Robert Houben: ‘We reden tegen 30 per uur afwisselend op kop. Dat ging allemaal goed, tot aan de Boudewijnsluis’ |
“We reden met een snelheid van dertig per uur. Net zoals in de koers reed de tweede met de kop naar beneden, het wiel van de voorligger in de gaten houdend. Dat ging allemaal perfect tot we aan de Boudewijnsluis kwamen.”
“Net voor de sluis maakt het fietspad een haakse bocht. Op dat ogenblik was het nog pikdonker en er hing een dichte mist. Mijn voorganger zag de bocht te laat en fietste recht het dok in, en ik er achterna.”
Een half uur lagen ze in het ijskoude water. Onderkoeling dreigde. Gelukkig hoorden andere fietsers hun hulpgeroep en werden ze gered. Volgens de hulpverleners kwam de redding geen minuut te vroeg.
Het ongeval zal Houben niet tegenhouden om in de toekomst nog met de fiets naar het werk te rijden. “Nog even afwachten of ik nog pijn voel. Maar als ik kan, spring ik opnieuw op de fiets.”