Deel dit artikel:
SRAM wordt leverancier van de groepsets, álle renners rijden in het nieuwe jaar met wielen van Reserve, voor schoenen stapt het team over op Nimbl en de brillen zullen worden geleverd door Oakley. Vooral de nieuwe groep vraagt wat gewenning. Bovendien doken al foto’s op van nieuwe SRAM-shifters, wat zou betekenen dat de renners effectief met compleet nieuw materiaal op pad zijn. Op de details daarvan moeten we nog even wachten, maar we konden wel al spreken met de protagonisten van de ploeg over hun eerste weken met de eTap AXS-groep.
Wout van Aert reed al eerder met het Amerikaanse merk en merkte een evolutie: “De eerste keer dat ik met SRAM reed, was ik belofte in 2012, tien jaar geleden. Het was een mechanische groep. Ik geloof dat het al 11-speed was. Ik maakte deel uit van de ontwikkeling naar draadloos elektronisch schakelen. Ik reed met prototypes van de eTap. Ik merk een groot verschil tussen die prototypes en waarmee we nu rijden. Toen was het een revolutie: alles draadloos, de eerste groep die 12-speed was, nog voor Campa en Shimano. Het kransje met tien tanden is uniek voor SRAM. Het presteerde niet altijd foutloos, maar nu merk je dat alles sneller is en dat er minder schakelproblemen zijn. Ik merk zeker een verschil. Het grootste verschil dat me opviel, was wanneer we omschakelden van mechanisch naar elektronisch. Batterijen op de onderdelen: dat was een grote stap. Ik hou van het gebruiksvriendelijke karakter van SRAM en ben blij dat we er terug mee rijden.”
Tiesj Benoot is een van de renners die met de jongste groepsets van de drie grote onderdelenmerken ervaring heeft, dus kan hij goed vergelijken: “Ik heb nu inderdaad al met Campagnolo, Shimano en SRAM gewerkt. Op het eerste gezicht, na een paar weken training, is SRAM de stabielste, wat betreft prestatie van de schijfremmen. Die zijn heel stevig en gaan niet snel een slag krijgen door de warmte als je remt in een steile afdaling, dus dat is wat mij betreft een verbetering. Voor wedstrijden met verschillende karakteristieken en voor mensen die steile bergen willen beklimmen maar ook op het vlakke uit de voeten moeten kunnen, zijn er veel opties qua cassettes en voorbladen. Dat wil zeggen dat je met een 10-33 of 10-36 veel opties hebt achteraan op het vlakke en ook op heel steile beklimmingen. Met een 33 of 36 als lichtste versnelling achteraan heb je veel opties om traag te rijden en toch een soepele versnelling rond te krijgen. Dat is een voordeel voor wielertoeristen maar ook voor ons omdat je dan zowel bergaf de grootste versnelling hebt dankzij de 10 achteraan als bergop soepel kan rijden. Wat ik ook een voordeel vind, is dat het voorblad rechtstreeks verbonden is met de cranks en dat de vermogensmeter geïntegreerd is, wat ervoor zorgt dat er toch een stijver product wordt afgeleverd dan bij andere merken. Aan de manier van schakelen moet je wennen maar ik vind dat die overgang vlot gegaan is. Dat maakt SRAM ook wel uniek, denk ik.”
Tourwinnaar Jonas Vingegaard kon zich vlot aanpassen aan de nieuwe componenten: “Ja, natuurlijk. Het was eigenlijk niet zo moeilijk om gewoon te raken aan de andere manier van schakelen, ik leerde het redelijk snel. Ik moest er uiteraard aan wennen, maar voor mij was het geen probleem.”
Jenco Drost, Head of performance equipment bij Jumbo-Visma, legt uit waar de verschillen zitten voor de mecaniciens: “De verschillen zijn voornamelijk dat een heleboel componenten draadloos zijn, wat eigenlijk heel veel tijd scheelt en het een stukje makkelijker maakt. Details zijn anders, bijvoorbeeld het afstellen van de voorderailleur gaat op een net andere manier, wat een stukje gewenning vraagt. Hetzelfde geldt voor de achterderailleur: ook draadloos, gemakkelijker, maar net iets andere trucjes om hem af te stellen. Het verbinden van de componenten gaat vrij gemakkelijk via een aantal drukken op de knoppen waardoor het vrij praktisch en snel te doen is. De algemene tijd voor een complete montage is vrij vergelijkbaar met de vorige groep, want echt veel tijd zit hem in de lagers goed inzetten en het op maat zetten van de fiets, dus dat blijft hetzelfde. Met de groepsets op zich zijn we ietsje sneller, misschien een half uurtje, maar je bent zeker een goede vier tot zes uur bezig met een complete fiets, dus er is niet opeens de helft van de tijd eraf.”
Bijna 180 fietsen moeten voor 1 januari 2023 zijn omgebouwd, legt Jumbo-Visma uit in een persbericht. Trainingsfietsen, koersfietsen en tijdritfietsen voor in totaal zestig renners. De mecaniciens van Team Jumbo-Visma stroopten hun mouwen op en begonnen eind oktober aan deze monsterklus. Twee weken nadat definitief bekend werd dat het Amerikaanse SRAM de nieuwe materiaalpartner is. Een delegatie technici van het bedrijf reisde af naar de Service Course van Team Jumbo-Visma in Den Bosch om de mecaniciens van de ploeg alle benodigde kennis bij te brengen.
Waarom besluit een ambitieuze ploeg na een uiterst succesvol jaar om de samenwerking met een betrouwbare leverancier te beëindigen? Performance manager Mathieu Heijboer heeft het antwoord: “We zijn binnen Team Jumbo-Visma continu op zoek naar manieren om te verbeteren en we geloven er heilig in dat deze stap ons verder brengt. We hebben de mogelijkheid om samen met SRAM teamspecifieke materialen te ontwikkelen en onze prestaties zo naar een hoger niveau te tillen.”
Team Jumbo-Visma gaat met SRAM een bijzondere samenwerking aan waarvan beide partijen profiteren. “SRAM heeft de ambitie om de allerbeste en meest innovatieve materialen te produceren en zoekt daarvoor feedback uit de markt”, verklaart Heijboer. “Onze kennis en ervaring is dus uiterst waardevol voor hen. Wij zijn op onze beurt blij dat we samen met SRAM kunnen optrekken om maatwerk te laten ontwikkelen, want dat stelt ons in staat om te blijven excelleren. Er is sprake van een synergie die de beste producten tot stand brengt.”
Richard Plugge, algemeen directeur van Team Jumbo-Visma, vult aan: “Om op het allerhoogste niveau te kunnen presteren, moeten alle factoren optimaal zijn. Op materiaalvlak zijn we toe aan de volgende stap in onze ontwikkeling. Samen met SRAM kunnen we deze stap zetten.”
De materialen van SRAM werden eerder dit jaar al in de praktijk getest door renners van buiten het team en ook een aantal mecaniciens werd nauw betrokken bij het beslissingsproces. Na een aantal succesvolle gesprekken en een positief advies van Heijboer en Drost hakte de ploeg de knoop door.
“De meeste atleten uit de stal van Team Jumbo-Visma zijn nog niet bekend met SRAM”, stelt Heijboer. “Dat geldt ook voor de mecaniciens. Er is daarom de komende tijd veel aandacht voor de transitie. Jenco is daarbij het aanspreekpunt voor de mecaniciens en ik leg mijn focus op de renners. Het is belangrijk dat hun houding op de fiets zo min mogelijk verandert. In dit geval creëren we een nieuw contactpunt op het stuur omdat de remgrepen worden vervangen. En ook het schakelen is dadelijk anders. Kleinigheidjes, zou je denken, maar de renners gaan dit voelen. We zullen hen daar goed in begeleiden om te voorkomen dat er blessures kunnen ontstaan.”
De overstap naar SRAM biedt nieuwe mogelijkheden voor de keuze van de wielen, pedalen en schoenen – voorheen ook allemaal van Shimano – waarmee de renners van Team Jumbo-Visma vanaf 1 januari fietsen. Zo rijden alle renners in het nieuwe seizoen met wielen van Reserve (een zustermerk van Cervélo, red.). Binnen de vrouwenploeg en het Development Team was dat het afgelopen jaar al het geval. Drost: “De wielen van Reserve zijn zeer aerodynamisch, dat is gebleken uit verschillende windtunneltests die we hebben uitgevoerd. Bovendien zijn ze ontworpen voor de fietsen van Cervélo, waarmee onze renners rijden. Dat zorgt ervoor dat het ‘systeem’ perfect klopt en dat is de essentie van onze materiaalfilosofie.”
De fietsschoenen van de renners worden vanaf 1 januari geleverd door Nimbl. Het schoeisel van dit merk staat bekend om zijn krachtoverdracht, perfecte pasvorm en grip. De schoenen worden met de hand gemaakt in Italië en behoren tot de lichtste in de markt. Speedplay is vanaf het nieuwe jaar leverancier van de pedalen, Oakley levert de brillen.
Drost en Heijboer realiseren zich dat de eerste wedstrijden die straks met de nieuwe materialen worden gereden extra spannend zijn. Voor zowel de renners als de technische staf. Want ondanks een intensieve voorbereiding en de juiste begeleiding van alle betrokken partijen is ‘the proof of the pudding in the eating’. “Het duurt nu wellicht even voordat iedereen volledig vertrouwd is met de nieuwe materialen”, aldus Drost, “maar dat is een kwestie van tijd. Ik verwacht snel positieve resultaten te gaan zien van deze overstap.”
Over de Cervélo waarmee hij Parijs-Roubaix zal rijden, is Van Aert alvast tevreden, want op Strava postte hij de verkenning op de Noord-Franse kasseien onder de titel ‘Een dik apparaat is het’.
