Le Grand Colombier – Rit 13
Is de Puy de Dôme de parel van het Centraal Massief, dan is de Grand Colombier (17,4 km à 7,1%) de schrik van de Jura. Met zijn grillige profiel leent hij zich perfect tot afmattende tempowissels en verschroeiende versnellingen. Drie jaar geleden zakte regerend winnaar Egan Bernal hier definitief door het ijs en klopte Tadej Pogacar zijn rivaal Primoz Roglic in de sprint. Wordt het opnieuw een Sloveense hoogdag of trekt Jonas Vingegaard aan het langste eind?

Aan steile percentages geen gebrek op de grillige Grand Colombier.
Côte de Domancy – Rit 16
Het Alpenmenu oogt traditiegetrouw behoorlijk copieus in ‘La Grande Boucle’. Na de slijtageslag op de Grand Colombier kunnen de berggeiten van dienst zich nog vier dagen uitleven (inclusief een vierde en laatste aankomst bergop in Saint-Gervais Mont-Blanc), al staat er tussendoor gelukkig ook een welgekomen rustdag gepland. Deze wordt gevolgd door een korte, maar krachtige (klim)tijdrit met 650 hoogtemeters en finish op de steile Côte de Domancy (2,5 km à 9,4%). Een halve extra rustdag voor de mindere goden, een zoveelste D-day voor de klassementsrenners.

Col de la Loze – Rit 17
Alsof dit allemaal nog niet volstaat, krijgen de renners daags nadien liefst 5100 hoogtemeters voorgeschoteld, verspreid over vier cols. De laatste is ontegensprekelijk de zwaarste. De Col de la Loze is 28,4 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 6%, maar zij die in 2020 de corona-editie van de Ronde van Frankrijk volgden, weten dat dit een vertekend beeld geeft. Het is een klim in twee delen, die pas in de laatste 11 kilometer zijn ware gelaat laat zien. Hoe langer het duurt, hoe steiler het wordt. In de laatste 5 kilometer zakt het stijgingspercentage niet meer onder de 9% en na het ronden van de 2000 metergrens schotelt deze monsterklim zelfs nog een piek van 24% voor. De echte finish ligt iets meer dan 6 kilometer verderop in Courchevel, maar de top van de Col de la Loze – met 2304 meter hoogte het dak van deze Tour – zal voor de meesten het symbolische einde betekenen.

Ballon d’Alsace – Rit 20
Zodra de renners het klimwerk in de Alpen (eindelijk) achter de kiezen hebben, wacht hen nog één ultieme beproeving op de voorlaatste dag: een Vogezenrit van 133 kilometer met vijf officiële beklimmingen, goed voor een surplus van 3500 hoogtemeters. Vanuit startplaats Belfort gaat het meteen naar de voet van de langste en bekendste col van de dag: de Ballon d’Alsace (11,5 km à 5,3%). Niet onoverkomelijk, maar wel indicatief voor een snedige etappe waarin de hindernissen elkaar razendsnel opvolgen, met de Col du Platzerwasel als verraderlijk toetje. Grand Colombier, Col de la Loze en een ultimate showdown in de Vogezen: de gelijkenissen tussen de Tours van 2020 en 2023 zijn treffend. Hopelijk krijgen we een even spannend en spectaculair wedstrijdverloop …

Lees het volledige artikel in de nieuwe editie van Poggio, nu verkrijgbaar in de winkel, HIER online te bestellen of HIER online te lezen via Blendle. Abonneer je HIER en geniet van onze aantrekkelijke abonnementsformules!