Na een lange break begon een herboren Tom Boonen in 2012 met frisse moed aan het nieuwe wielerseizoen. In de Omloop Het Nieuwsblad moest hij nog de duimen leggen voor Sep Vanmarcke, maar vanaf de E3 Prijs was er geen houden meer aan. Al had niemand verwacht dat hij zo’n memorabele zegereeks uit zijn benen zou schudden. We gaan tien jaar terug in de tijd en herbeleven het ongeziene vierluik van ‘Tornado Tom’ vanop de eerste rij …
Of Tom Boonen gelooft in de keuze van enkele doorwinterde profs om een fysieke en mentale reset in te lassen, vroegen we hem onlangs in het kader van de seizoensvooruitblik in onze Wielergids. Om zijn antwoord te staven, nam hij ons mee naar het najaar van 2011. “Ik heb toen zelf enkele weken niet kunnen fietsen vanwege fysieke problemen. Een halfjaar nadien won ik achtereenvolgens de E3 Prijs, Gent-Wevelgem, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, dus ik kan niet beweren dat die resettactiek niet werkt (lacht). Ik geloof dus wel dat het gunstig kan zijn om de stekker er even uit te trekken, zeker als je al jaren in hetzelfde drukke stramien zit. Ik herinner me nog dat ik destijds mentaal herboren was en vol goesting het nieuwe seizoen wilde aanvallen. Ik was supergemotiveerd, simpelweg omdat ik eindelijk eens uitgerust was. Een ‘frisse kop’ kan helpen om opnieuw een goede vibe te pakken te krijgen.”
Wat voorafging
Een ‘frisse kop’ kon Boonen anno 2012 wel gebruiken, want 2011 was een rotseizoen voor de troepen van Lefevere. De zege in Gent-Wevelgem was een opsteker en ook de vierde plaats in de Ronde van Vlaanderen was behoorlijk, maar nadien ging het bergaf voor Boonen, die kampte met fysieke en mentale perikelen. In de Tour moest hij opgeven met een hersenschudding en na een nieuwe val in de Vuelta zette hij vroegtijdig een punt achter zijn seizoen. Het contrast met 2012 was groot, want dat werd een echt boerenjaar. Boonen veegde de nul meteen van het bord in de Ronde van San Luis en pakte vervolgens uit met dubbele rit- en eindwinst in de Ronde van Qatar. De sprintnederlaag tegen Sep Vamarcke in de Omloop was een ‘accident de parcours’, want in Parijs-Nice boekte ‘Tornado Tom’ zijn honderdste UCI-zege. Ondanks een anonieme Milaan-Sanremo was Boonen klaar voor ‘zijn klassiekers’.
Massasprint in E3 Prijs
Geen wedstrijd die zo op het lijf van Tom Boonen geschreven was als de E3 Prijs. In 2012 triomfeerde hij er een vijfde en laatste keer, al scheelde het maar een haartje. Hij haalde het nipt van Oscar Freire in de spurt van een uitgedund peloton en kroonde zich zo definitief tot ‘Mister E3’. Een verdiende overwinning voor Boonen, die onderweg traditioneel de knuppel in het hoenderhok gooide op de Taaienberg en het kaf van het koren scheidde op de Oude Kwaremont. Toch kwam het peloton nog terug en werd er dus gesprint in de straten van Harelbeke. Boonen leek te vroeg op kop te komen, maar duwde zijn voorwiel in extremis als eerste over de streep. Een flinke opsteker voor de Kempense kasseikoning, die zo ook de eerste krachtmeting met zijn aartsrivaal (en pechvogel van de dag) Fabian Cancellara in zijn voordeel beslechtte.
Bisnummer in Gent-Wevelgem
Twee dagen na de E3 Prijs was het opnieuw nagelbijten voor de fans van Tom Boonen. De geschiedenis herhaalde zich in de straten van Wevelgem, waar een selecte favorietengroep zich opmaakte voor de sprint. Oscar Freire wilde zich geen tweede keer laten verrassen en zette vroeg aan, maar werd na enkele tientallen meters overruled door Peter Sagan. De Slovaak leek het te zullen halen, tot Tom Boonen zijn ultieme jump plaatste. Hij timede zijn eindschot perfect en won nog met een volle fietslengte. Een mooie illustratie van Boonens sprintfilosofie, die ooit volgende legendarische woorden sprak: ‘Ik was geen echte spurter, ik was gewoon rap’. Lees: als hij in vorm was, kon hij iedereen aan. “Hij is in de flow van zijn leven”, beaamde Michel Wuyts vlak na de finish. Profetische woorden …
Delirium in Ronde van Vlaanderen
U kan zich het beeld allicht nog wel voor de geest halen. Ergens in een veld in de Vlaamse Ardennen gaat een jongetje met twee handen vol Vlaamse vlaggetjes op de knieën om de derde Ronde van Vlaanderen-overwinning van zijn idool Tom Boonen te vieren. Een kippenvelmoment dat symbool staat voor de populariteit van de Kempische wielerheld, die in april 2012 weer torenhoge toppen scheerde. Niet verwonderlijk, want wat hij in ‘Vlaanderens Mooiste’ klaarspeelde, mag gerust een huzarenstukje genoemd worden.
Het peloton maakte voor het eerst kennis met het veelbesproken vernieuwde Rondeparcours. In plaats van de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg waren het voortaan de Oude Kwaremont en de Paterberg die als scherprechter fungeerden. Het zorgde voor een hectische wedstrijd, met de val en opgave van Fabian Cancellara op 61 kilometer van de finish als een van de sleutelmomenten. Op de laatste beklimming van de Oude Kwaremont kozen Ballan, Pozzato en Boonen het hazenpad. Het drietal stoomde met vereende krachten richting de streep, waar onze landgenoot ‘shadow Pozzato’ en een moedige Ballan het nakijken gaf. Dankzij deze knappe zege is Boonen nog steeds mederecordhouder in de Ronde van Vlaanderen met drie overwinningen.
Orgelpunt in Parijs-Roubaix
In de alltimeranking van de Ronde van Vlaanderen moet Tom Boonen zijn Zwitserse evenbeeld Fabian Cancellara voor eeuwig naast zich dulden. In Parijs-Roubaix is dat niet het geval, met dank aan die wonderlijke editie van 2012. Alles wat Boonen tien jaar geleden aanraakte, leek in goud te veranderen. ‘Dus waarom geen legendarische nummertje op poten zetten?’ moet hij gedacht hebben toen hij samen met Niki Terpstra versnelde in het centrum van Aucy-les-Orchies.
Op dat moment is het nog meer dan 50 kilometer tot de finish, maar dat deert Boonen niet. Hij heeft een superdag en laat zijn Nederlandse ploegmaat even later alle kleuren van de regenboog zien op de viersterrenstrook naar Bersée, zelfs in die mate dat Terpstra de rol moet lossen. Wat volgt, is een monumentale solo richting Vélodrome André Pétrieux, waar hij luid wordt toegejuicht door het dolenthousiaste publiek. De vier vingers die hij onderweg toont aan de camera – eentje voor elke overwinning in de ‘Helleklassieker’ – spreken boekdelen. En of hij, in navolging van de grote Roger De Vlaeminck, de eretitel van ‘Monsieur Paris-Roubaix’ verdiend heeft!