Deel dit artikel:
Dat de zwaarste onverharde strook in de Strade Bianche – sector 8 op de flanken van de Monte Sante Marie – sinds 2017 officieel de ‘Settore Fabian Cancellara’ heet, is geen toeval. De Zwitser is met drie zeges (2008, 2012 en 2016) recordhouder in de Italiaanse grindklassieker. Een terugblik op de gravelexploten van ‘Spartacus’.
2008: Primus in de Monte Paschi Eroica
Hoewel de Strade Bianche de allure heeft van een rasechte klassieker en volgens sommigen zelfs dringend moet worden gepromoveerd tot Monument, is deze iconische wielerwedstrijd amper vijftien jaar oud. In 2007 vond de eerste editie plaats – toen nog onder de naam ‘Monte Paschi Eroica’. De tweede editie was een prooi voor Fabian Cancellara. De Zwitser vocht een mooi duel uit met thuisrijder Alessandro Ballan, die pas in de laatste meters het onderspit moest delven. Het begin van een mooie Italiaanse campagne voor Cancellara, die tien dagen later Tirreno-Adriatico won en twee weken na zijn triomf in de Strade Bianche ook Milaan-Sanremo op zijn naam schreef.
2012: Solo naar Siena
In 2012 werd de Toscaanse grindklassieker definitief omgedoopt tot ‘Strade Bianche’. Sindsdien is de reputatie van deze bijzondere wielerkoers zienderogen gegroeid, mede dankzij het fraaie nummertje dat Cancellara er tien jaar geleden opvoerde. Door een vlucht vooruit van ploegmaat Daniel Bennati, die het uitzong tot op 16 kilometer van de streep, kon ‘Spartacus’ in een spreekwoordelijke zetel aan de finale beginnen. Een kleine 4 kilometer later ontbond hij zijn duivels. Op Le Tolfe (de supersteile laatste gravelstrook) ranselde hij zijn spartelende medevluchters genadeloos uit het wiel. De laatste kilometers naar Siena waren één langgerekte triomftocht.
2016: Verrassing op de Via Santa Caterina
Nog één keer knallen: met die mentaliteit begon Cancellara in 2016 aan zijn laatste jaar als profrenner. In de Strade Bianche was het meteen raak, al kostte het de 34-jarige veteraan wel bloed, zweet en tranen. Na een tactisch uitgekookte finale van Etixx-Quick Step leek Gianluca Brambilla op weg naar de zege, maar de Italiaan werd in extremis bij de lurven gevat in de laatste oplopende meters van de Via Santa Caterina. Met enkele ultieme lendenrukken stoomde Cancellara naar de leiding, met in zijn zog regerend laureaat Zdenek Stybar. Door het tempo hoog te houden en de laatste bochten op een listige manier aan te snijden, zorgde de geslepen vos ervoor dat Stybar niet meer aan spurten toekwam. Zo mocht ‘Spartacus’ voor een derde keer vieren op het majestueuze Piazza del Campo.
