De perfecte finale. Op het eerste gezicht lijkt ze niet te bestaan. Een finale kan een wedstrijd en bij uitbreiding zelfs een hele carrière maken of kraken. Het is vaak de laatste slok van de gifbeker, maar soms ook een kans die je met beide handen moet grijpen. Het is vreugde, pijn of kwelling. Op zondag 3 oktober 2021 dacht Sonny Colbrelli op een tiental kilometer van de aankomst aan zijn finale in de najaarseditie van Parijs-Roubaix. Voor hem kon het niet beter …
De laatste kilometers van een belangrijke wielerwedstrijd zijn een mentale beproeving. Er spookt dan ook van alles door Colbrelli’s hoofd op weg naar de befaamde piste in Roubaix: “We zijn met z’n drieën – drie debutanten, nota bene. Wij zullen de finale van deze epische, maar gestoorde wedstrijd betwisten. Ik zou tevreden zijn met eender welke plaats. De andere twee waarschijnlijk ook, niet? Derde plaats? Goed zo! Tweede plaats, ook goed. Mocht ik kunnen winnen, nog beter!”
Wegdromen tijdens de finale van een kasseiklassieker is echter aartsgevaarlijk. Terwijl Colbrelli in gedachten verzonken is, schuift zijn wiel bijna weg. Dankzij een intuïtieve reflex behoudt hij in extremis de controle over zijn fiets. Opgelucht schudt hij zijn benen, die enkele uren eerder de strijd waren aangegaan in een van de meest memorabele wedstrijden van het onvergetelijke wielerjaar 2021. Toch dwaalt Colbrelli opnieuw af in zijn hoofd. Hij denkt terug aan zijn trainingen in de vrieskou van Casto, in de provincie Brescia. Hij was als een kind. Ze hebben hem vaak gevraagd waarom hij zo snel ging bij lage temperaturen, waarom hij geen schrik had van regen en wind. Hij heeft er een eigen theorie over: “We wonen ongeveer 500 meter boven zeeniveau, in het midden van een soort vallei die ik altijd ‘de vallei der tranen’ heb genoemd. Voor ik mijn rijbewijs had, nam ik de fiets als ik ergens naartoe moest. Ook in de koude en de regen. Bovendien trainde ik vaak bij vriestemperaturen. Zo heb ik mezelf gehard.”
Wanneer hij ontwaakt op de dag van een wedstrijd en ziet dat de hemel grijs is – met wolken vol regen of hemelsluizen die al openstaan – dan doet dat Colbrelli niets. Voor hem is het een dag als een ander. “Het verschil is dat het voor mij voelt als fietsen in droge omstandigheden, terwijl het overgrote deel van de renners al verslagen is voor ze starten.” Tijdens zijn urenlange trainingsritjes dagdroomt hij weleens. Met zijn oortjes in en de muziek aan beeldt hij zich dan in dat hij met zijn armen in de lucht over de streep rijdt in Sanremo, in Vlaanderen, in Roubaix … Hij kent de zegegebaren van zijn idolen – Tom Boonen en Fabian Cancellara – uit het hoofd. Hij bedacht het ideale scenario, de finale waar elke renner op voorhand voor zou willen tekenen. En net op die dag, de dag van Parijs-Roubaix, leek de verhaallijn op het lijf van Colbrelli geschreven: regen, koude en een finale die hem toelachte.
Lees het volledige artikel in de nieuwe editie van Cycling, nu verkrijgbaar in de winkel, HIER online te bestellen of HIER online te lezen via Blendle. Abonneer je HIER en geniet van onze aantrekkelijke abonnementsformules!