O, wat was het heerlijk, dat eerste moment dat ik na de operatie weer op mijn racefiets zat. Toegegeven, het had niet lang geduurd. Ik heb op 21 oktober een nieuwe heup gekregen (in dokterstermen: een totale heupprothese – foto bovenaan) en mijn eerste ritje kwam als een vervroegd Sinterklaascadeau: op 3 december stapte ik weer op.
Wel met wat kleine aanpassingen aan mijn fiets: ik had er een andere voorvork in laten zetten, een iets langere. En ik had een kortere stuurpen genomen. Zo zat ik iets minder voorovergebogen. Na een heupoperatie als die van mij moet je erg oppassen met diep zitten. De spieren zijn door de rek die er tijdens de ingreep op gestaan heeft nog slap, en daardoor is er een kans dat de nieuwe heup bij een verkeerde beweging uit de kom gaat. En dat wil je natuurlijk niet.
Hoe slap die spieren precies waren, hoopte ik met mijn vermogensmeter te kunnen analyseren. Ik fiets met een Pioneer-wattagemeter, die de kracht in het linker- en rechterbeen onafhankelijk van elkaar meet. Een perfect apparaat voor mijn revalidatie dus!
De dag voor mijn eerste fietsrit had ik al een test bij de fysiotherapeut gedaan, op een speciale legpress. Het krachtsverschil tussen links en rechts vanuit stilstand was nog bijna twintig procent, maar tijdens beweging was het al minder dan tien procent. Een fantastische uitkomst, zo relatief kort na de operatie! Ik was dan ook zo snel mogelijk na de operatie mijn bil- en beenspieren gaan trainen – niet zonder resultaat dus.
VERSCHIL MOET ER ZIJN
Op de fiets verwachtte ik dat op mijn Pioneer terug te zien. Maar verdorie, het leek wel of het ding het niet deed. Ik zag een enorme afwijking tussen links en rechts, en dan bedoel ik ook echt enorm: met mijn linkerbeen trapte ik 80 watt, en met mijn rechter maar 20. Dat kon helemaal niet! Daar klopte niks van.
Dus ik mailde Pioneer, en klaagde dat het apparaat niet goed was afgesteld. Kon gebeuren, ik had het ding immers al een poos niet gebruikt. Maar ik had ‘m juist nu wel heel hard nodig. Dus of ze even konden uitzoeken wat er aan de hand was. Ik kreeg instructies hoe opnieuw te kalibreren en ging opnieuw op pad.
Hoewel ik meer wattage trapte dan de rit ervoor (yes!), was het verschil tussen links en rechts nog steeds onmogelijk groot: 88 tegenover 34 watt gemiddeld. Mopperend stuurde ik de files van mijn ritten naar Pioneer, zodat er gekeken kon worden waar de softwarefout zat. Alles werd op het hoofdkantoor in Japan tot in de kleinste puntjes geanalyseerd.
FOUT VAN DE TECHNIEK
En toen kreeg ik een mail met deze afbeelding terug (foto onderaan dit artikel). Mijn Pioneer-wattagemeter meet en registreert de kracht zo’n twaalf keer verdeeld over iedere rotatie, van beide benen afzonderlijk, en een heel belangrijk deel van de kracht die je terugziet op de meter, wordt geleverd door de grote bilspier. Ineens viel het kwartje. Want ja, de bilspier had een behoorlijke tik gehad tijdens de operatie. De krachtmeting bij de fysio leek wel heel positief, maar was vooral gericht geweest op de bovenbeenspieren. Geen wonder dat daar niet zo duidelijk uitkwam dat de bilspier nog zó slap was.
Een razend interessante constatering en een wake up-call ineen: die bilspier, die moest nu als een malle getraind worden! Sindsdien probeer ik mijn bilspier nog gerichter te trainen met allerlei oefeningen en hem zo goed mogelijk te gebruiken tijdens het fietsen. Het resultaat is heel dankbaar: elke kleine functietoename zie ik exact terug tijdens het trappen.
Een beetje beschaamd mailde ik Pioneer, om me te verontschuldigen voor mijn gemopper op de wattagemeter. Meteen kreeg ik een lief bericht terug: het was niet erg, maar normaal. Want zo gauw iets te veel afwijkt van wat mensen verwachten, ligt het nooit aan henzelf, maar altijd aan de techniek.
Inderdaad. Het ligt ook aan de techniek. De techniek van mijn bilspier, en die ga ik eens goed aanscherpen!
Binnenkort lees je verder hoe de revalidatie van Marijn verloopt!
