Deel dit artikel:

Het WK van Kopecky: een explosie aan emoties

Met een derde plaats op het EK sloot Lotte Kopecky zaterdag haar wegcampagne af. Het was een topseizoen waarin één moment er resoluut boven uitstak: de wereldtitel in Glasgow. In de nieuwe editie van Poggio vertelt Ruben Van Gucht hoe hij deze brok wielergeschiedenis beleefde.

“Nicole Van Den Broeck in 1973. Ze is er al niet meer, Nicole. Nicole kijkt toe vanuit de hemel. Maar deze Lotte Kopecky gaat vijftig jaar na datum, langer dan laatste Touroverwinning van Lucien Van Impe, voor een wereldtitel zorgen voor België. We hebben dit nooit gezien. Lotte Kopecky, de topfavoriete, zet het helemaal naar haar hand. Drie wereldtitels op een WK en de belangrijkste op zondag. Hallelujah, dankjewel Lotte Kopecky.”

Het stroomde er allemaal uit. Een waterval die niet meteen droog kwam te staan. Een wilde rivier die zijn stilstand niet vond. De woorden kwamen vanzelf en ze bleven komen. Als een ballon die moest leeglopen na iets wat jarenlang geduldig, maar ook tergend opgebouwd was, tot ver voorbij het houdbare. Druk op een ketel die mettertijd steeds meer barsten van ontploffing begon te vertonen. Snakken deden we al jaren, lukken deed het nooit. Tot 13 augustus 2023.

Het is nauwelijks te beschrijven wat het met je doet, daar aanwezig zijn. Die ene Belgische die het kon doen het ook zien doen, weten dat het zo uitzonderlijk is, beseffen dat het misschien uniek zal blijken binnen zoveel jaren. Ik ben al getuige geweest van prachtige momenten: de Rode Duivels die Brazilië uitschakelden op het WK in 2018, Pieter Timmers die naar zilver zwom in Rio, de vierde van Tom Boonen in Parijs-Roubaix, Lotte Kopecky zelf in de Ronde van Vlaanderen, noem maar op. De wereldtitel van Glasgow komt nu in dat rijtje en staat er minstens naast, zo niet boven.

Wat mensen thuis niet zagen. Na de zin ‘Hallelujah, dankjewel, Lotte Kopecky’ keek ik naar mijn cocommentatrice Ine Beyen en zij keek naar mij. Allebei tranen in de ogen. Geëmotioneerd tot en met. Alsof niet enkel Lotte Kopecky wereldkampioen was geworden, maar het ganse Belgische vrouwenwielrennen. Mochten we enkel tv gekeken hebben zonder commentaar te moeten geven, we hadden tranen met tuiten gehuild, geschreeuwd naar ons scherm, als gekken door de huiskamer gelopen. Zo’n vaart liep het dus niet, maar we waren wel geraakt tot in de diepste vezel. Alsof de rush van Lotte niet enkel dagwinst opleverde, maar ook de kaarten van vele wielergekke meisjes in België door mekaar schudde en meteen in de juiste volgorde legde.

Ik keek over mijn rechterschouder. José De Cauwer, vanaf kilometer 0 trouw meekijkend vanop een ijzeren kist in onze commentaarcabine, stond triomfantelijk met de handen in de lucht. Ik herkende de bondscoach in hem die perfect voelde wat het was om een plan van vele jaren tot uitvoering te kunnen brengen. Ik zag een wijze wielerman op leeftijd die genoot van een groots moment dat ook hij nog niet vaak gezien had in zijn uitzonderlijk rijkgevulde wielerleven. Ik zag een wielerliefhebber smullen van wat zich voor zijn ogen had afgespeeld: een Belgische vrouw die op fenomenale wijze recht naar de regenboogtrui reed. Ook José genoot hiervan, stormde naar buiten en viel daar allerlei mensen in de armen. Mensen met wie hij in een ver verleden nog had samengewerkt en die – samen met hem – stamden uit een tijd waarin een Belgische wereldtitel zeer ver weg of zelfs utopisch leek. De tijd dat een wereldtitel zelfs niet het nadenken waard was.

En nu was en is het zover. Het behalen van de wereldtitel door Lotte Kopecky had iets tantrisch. Het uitgestelde verlangen dat voor een explosie aan emoties zorgde. Genot na jaren wachten en smachten. Ik ben nochtans geen adept, maar kan het alleen maar aanraden.

Dit artikel verscheen in de nieuwe editie van Poggio, nu verkrijgbaar in de winkel, HIER online te bestellen of HIER online te lezen via Blendle. Abonneer je HIER en geniet van onze aantrekkelijke abonnementsformules!