Er werden grote ogen getrokken in 1973, toen Shimano in zee ging met de Flandria-ploeg. In die tijd zag je nog vaak gemixte onderdelen op de fietsen, zoals Mafac-, Universal- of Weinmann-remmen in combinatie met Simplex-versnellingen en eventueel een Stronglight-crankstel. Campagnolo kon daar als enige een complete groepset tegenover zetten. Met zijn gewaagde zet ging Shimano dus rechtstreeks in de clinch met de Italiaanse producent. Het deed dat met een nieuwe modelnaam: Dura-Ace. Die naam verwijst enerzijds naar ‘durable’, de Engelse term voor stevig en duurzaam, wat een belangrijke eigenschap is voor fietsonderdelen, maar anderzijds ook naar het type aluminiumlegering, namelijk duraluminium. Het tweede deel van de naam duidt uiteraard op de wil om de beste (de ‘ace’) te zijn. Onder meer de al in 1972 geïntroduceerde Crane-derailleur, die onder zijn bestaande naam in de Dura-Ace-groep werd geïntegreerd, was in aluminium gegoten.
Gretige leerling
Om zich te profileren als maker van hoogwaardige racefietsonderdelen moest de ambitieuze Japanse fabrikant de stap zetten naar het Europese profwielrennen. Na een toevallig contact kwamen ze op die manier bij de Flandria-ploeg van onder meer Freddy Maertens terecht. De West-Vlaming herinnert het zich nog alsof het gisteren was: “Dat reed naar mijn gevoel eigenlijk hetzelfde als Campagnolo. Ik weet dat Godefroot er niet zo tevreden over was, maar dat is een beetje elk zijn gedacht. Ik had er geen problemen mee en bijvoorbeeld Michel Pollentier ook niet. De Japanse ingenieurs kwamen regelmatig naar België met een man of tien en dat vond ik wel tof. Ze spraken met ons in het Engels om te horen wat we ervan vonden en eraan wilden veranderen. En er gebeurden wel degelijk aanpassingen. De ketting en pion werden bijvoorbeeld serieus verbeterd dat jaar. We hadden een veel nauwere samenwerking dan bijvoorbeeld met Campagnolo in die tijd, dus ik was wel voorstander van Shimano.”
De overstap naar de Dura-Ace-groep belette Maertens in elk geval niet om stevige resultaten neer te zetten. Hij won een rit en het eindklassement in de Vierdaagse van Duinkerke en de Scheldeprijs, maar nog belangrijker waren zijn tweede plaatsen in de Ronde van Vlaanderen – waar hij in de sprint Eric Leman voor zich moest dulden – en het WK in Barcelona. Over deze laatste wedstrijd doen de wildste verhalen de ronde, maar Maertens zelf is formeel: “Ik mocht niet winnen omdat ik met Shimano reed.” Hij trok de sprint aan voor Eddy Merckx, die na een zware wedstrijd geen sprint meer in de benen had. Uiteindelijk was het Felice Gimondi die de regenboogtrui mocht aantrekken. De vete tussen Merckx en Maertens werd pas vele jaren later bijgelegd.
Lees het volledige artikel in de nieuwe editie van Poggio, nu verkrijgbaar in de winkel, HIER online te bestellen of HIER online te lezen via Blendle. Abonneer je HIER en geniet van onze aantrekkelijke abonnementsformules!