Deel dit artikel:

Interview: Stéphane Heulot

Het was alsof er een konijn uit de hoed werd getoverd toen Lotto Dstny eind 2023 bekendmaakte dat Stéphane Heulot de nieuwe CEO van de ploeg zou worden. Tijd voor een openhartig interview in Poggio, vonden wij.

De eerste dag van de lente. Op de parking van het Blue Woods Hotel in Deerlijk, de uitvalsbasis van Lotto Dstny tijdens het Vlaamse voorjaar, heerst een zenuwachtige bedrijvigheid. Tussen de bussen en de fietsen duikt plots Stéphane Heulot op. Hij is de opvolger van John Lelangue, die de Belgische wielerploeg in volle crisis heeft ingeruild voor de organisatie van de Ronde van Polen. Hij is de man die Lotto Dstny zo snel mogelijk terug naar de WorldTour moet loodsen. Maar van druk op zijn schouders valt weinig te merken wanneer we samen plaatsnemen in de lobby.

“Hoe graag ik het interview ook in het Nederlands zou doen,” begint hij, “dat is nog wat te hoog gegrepen.” Heulot woont nu een tiental jaar in België, samen met zijn echtgenote Nele Dewaele, die hij leerde kennen toen ze kinesitherapeute was bij zijn vorige team Sojasun. Samen hebben ze een zoon van bijna negen jaar oud. “Ik begrijp het Nederlands al vrij goed en wil het ook echt graag leren spreken, maar de laatste tijd heb ik het gewoon veel te druk.”

Nochtans oogt u op het eerste gezicht opvallend ontspannen. En dat voor iemand die met argusogen wordt gevolgd. Want uw aanstelling als CEO was voor velen een verrassing, niet het minst omdat u een Fransman bent. Sommige reacties waren ronduit sceptisch, zeker in België, waar men vaak de waarheid in pacht denkt te hebben als het over wielrennen gaat.

Stéphane Heulot: (fijntjes) “En zeker in Vlaanderen … Al moet ik wel toegeven: wanneer ik in aanmerking bleek te komen, was mijn eerste reactie ook: ‘Maar ik ben geen Belg!’ Dat speelde blijkbaar geen rol, mijn profiel was interessant genoeg. En die reacties … Weet u, les médias, je m’en fous. Is Richard Plugge van Jumbo-Visma dan zoveel bekender bij het grote publiek? Trouwens, ik kan bogen op best veel ervaring. Na mijn profcarrière ben ik in 2004 begonnen met een opleidingscentrum voor jonge wielrenners. Ik wilde enerzijds iets teruggeven aan de sport die zoveel voor me betekend had, anderzijds wilde ik me er ook weer mee verzoenen. Ik had de pech om geboren te worden in een ‘slechte’ generatie, maar wilde een positieve boodschap meegeven aan jongeren: dat wielrennen niet om doping gaat, maar om karakter opbouwen, weerstaan aan verlokkingen, doelen nastreven …”

Lees het volledige artikel in de nieuwe editie van Poggio, nu verkrijgbaar in de winkel, HIER online te bestellen of HIER online te lezen via Blendle. Abonneer je HIER en geniet van onze aantrekkelijke abonnementsformules!