Deel dit artikel:

Groothertogdom Luxemburg als ideale fietsbestemming

Momenteel ontdekt het internationale wielerpeloton de kwaliteiten van het Groothertogdom als perfecte fietsbestemming tijdens de Ronde van Luxemburg. Wanneer jij?

Echternach is een knus vakantiestadje langs de Sûre. Die rivier vormt er de grens met Duitsland en is onze gids tijdens onze eerste fietsdag richting Wasserbillig. Een autovrij fietspad voert ons zo dicht mogelijk langs de oever van de Sûre. De dorpjes aan de Duitse overkant spiegelen zich dromerig in het water. Druiven parelen op de wijngaardenterrassen van de zonnige Luxemburgse oever – we begeven ons in de wijnstreek van Luxemburg. Nergens voelt het kleine land zo zuiders aan als hier.

De Sûre wordt breder, maar het water blijft lui kabbelen. Hier en daar duikt een eilandje op in de rivier. Daar vindt waterwild een veilige haven. Het valt op dat er goed nagedacht is over het traject van de fietsweg: oversteekplaatsen zijn extra beveiligd en waar de route toch langs de weg loopt, staan hoge vangrails. Ook met een koersfiets blijft het overal comfortabel fietsen.

WIJNGAARDTERRASSEN

In Wasserbillig mondt de Sûre uit in de bredere Moezel.

Wij fietsen verder langs de Moezel naar Wormeldange. Daar is het freewheelen voorbij: door de smalle straatjes van het dorp trekt een loodzware klim ons de wijngaardterrassen op. In geen tijd winnen we tweehonderd hoogtemeters. Boven reikt het zicht een eind Duitsland in. Nu volgt een golvend parcours over het plateau naar Bech. Daar neemt Charly ons bij de hand en voert ons terug naar Echternach. Charly is de naam van de trein die ooit tussen Echternach en Luxemburg tufte. Zijn spoor is nu een behoorlijk spectaculair fietspad. Nu eens door groene weiden, dan tussen hoge rotsmuren of zelfs door een lange tunnel dalen we tien kilometer af naar Echternach. Wanneer we daar aankomen staat er negentig kilometer op de teller.

VAN OOST NAAR WEST

Tijdens onze tweede fietsdag hebben we grotere ambities. Pas na 140 kilometer zullen we weer in Echternach staan. Op die tijd heb je bijna heel Luxemburg doorkruist. De eerste veertig kilometer volgen we de spoorwegbedding van gisteren, maar dan in de omgekeerde richting tot Luxemburg-stad. Dat betekent eerst flink klimmen uit de Sûrevallei. Daarna fiets je bijna heel de tijd autovrij tot de hoofdstad. Onderweg zijn er leuke brasserieën in de voormalige stations van Bech en Hostert – niet te lang blijven hangen!

We fietsen Luxemburg-stad binnen via de moderne zakenwijk Kirchberg. Hier zijn de grote banken en sommige internationale instellingen gevestigd. En toch is er ook plaats voor de fiets: onder andere dankzij de goede bewegwijzering vind je de juiste richting. Al bij al fietsen we dus comfortabel de stad door. We hebben immers koers gezet richting Klein-Bettingen, een dorp op de grens met België. Inderdaad, in amper zestig kilometer hebben we Luxemburg dus van oost naar west doorkruist. In Klein-Bettingen kiezen we de piste cyclable de l’Attert – een van de 23 bewegwijzerde nationale fietsroutes. Die voert ons over het plateau van de Westen – een boomloze streek die verre panorama’s biedt over het golvende landschap. In Useldange lunchen we aan de oevers van de Attert. Boven ons torent de kasteelruïne boven het dorp uit. Een trap voert naar het uitkijkplatform op de toren.

LANGS DE GROOTHERTOG

Na de lunch moet we verder klimmen en dalen naar de Alzette. Die centraal in het land gelegen vallei is al drukker – al doet de route goed zijn best om autoverkeer te mijden. Missing links zijn altijd gevaarlijke valkuilen voor fietsroutes, maar hier worden ze doordacht weggewerkt door een fietsbrug hier of een fietstunnel daar – knap! In Colmar-Berg vangen we een glimp op van het kasteel waar de groothertog van Luxemburg resideert. Ettelbruck en Diekirch zijn naar Luxemburgse maatstaven drukke steden. Maar in vergelijking met die van ons valt dat best mee: we zijn er al voorbij voor we het goed en wel beseffen.

Vervolgens wordt de Sûre de gids voor een lange gezapige afdaling naar de Duitse grens. De vallei is de noordelijke begrenzing van de landstreek la Petite Suisse Luxembourgeoise, een landschappelijke mengelmoes van ravijnen, kloven en rotsen. Zoals in Zwitserland, maar dan in het klein.

Bij Reisdorf hebben we 115 kilometer gereden. Eindpunt Echternach wenkt al, maar de benen voelen goed en de afslag naar Vianden is aanlokkelijk. De enkele rit naar dit vakantiestadje is slechts tien kilometer extra, maar vooral landschappelijk een parel. We gaan ervoor en moeten dus ook twee keer op de tanden bijten tijdens een korte maar heftige klim – zoals we er vandaag nog geen voor de wielen kregen. Maar de aanblik van Vianden en zijn kasteel op de rots boven de Our is de inspanning waard. Na dat intermezzo keren we terug zuidwaarts. Nu is het écht nog enkel dalen tot Echternach over perfect asfalt, met de Sûre en de grensdorpen langs beide oevers als aangenaam decor.

Dit artikel verscheen origineel in het meinummer van cycling.be magazine