Deel dit artikel:

Een wonderbaarlijk weekend

Het Criterium du Dauphiné geldt als voornaamste voorbereiding op de Tour de France. Het slotweekend vormt hierin vrijwel altijd het zwaartepunt, met flinke bergritten. 2021 vormt geen uitzondering. De toppen van La Plagne en de Col de Joux Plane vormen de voornaamste hindernissen. Twee bergen met een besmeurd verleden. Ooit hielden hier dopingboeven als Lance Armstrong en Floyd Landis huis. Nu, in 2021, zijn de wegen leeg. De fans zijn weg. In de stilte van de Alpen is er één renner die zich kiplekker voelt. Hoe het slotweekend van de Dauphiné voor de definitieve ontdekking van een Oekraïense klimmer zorgde.

Plots rijdt Mark Padoen samen met Sepp Kuss voorop, halverwege de klim naar La Plagne. Kuss is een topklimmer, een klassementsrenner in wording. Een coureur die ooit in de Ronde van Utah meer etappes won dan er verreden werden. Kuss is een echte berggeit. Toch wordt hij in de luren gelegd door zijn medevluchter. Padoen, uitgedost in het oranje van de Bahrain-ploeg, gekenmerkt door zijn trillende, brede bovenarmen, kijkt eens om zich heen. Het is waar. Hij heeft zojuist alle grote namen, alle sterke klimmers, achter zich gelaten.

Ik kan het me niet voorstellen, maar wellicht zijn er nog wielervolgers die zich de Tour of the Alps van 2018 kunnen herinneren. Etappe vijf om precies te zijn. De slotetappe van dat rondje wurmt zich over de loeisteile heuvels die dat jaar ook in het wereldkampioenschap worden betwist. De dan 21-jarige Padoen verschanst zich in het groepje met onder andere Froome, López en Pinot. Op een rustig moment in de slotfase gaat hij er plots vandoor. Hij kan de overwinning in Innsbruck uitgebreid vieren. Wie zei je? Mark Padoen? Het blijft zijn grootste zege tot juni dit jaar.

In oktober van het jaar 2020 trad Padoen al bijna uit de wielerluwte. Hij is tijdens de regenachtige twaalfde etappe van de Giro het nieuws van de dag. Samen met de Ecuadoriaan van Ineos, Jhonathan Narvaez, rijdt hij vooraan door de heuvels van Cesenatico. Padoen, schijnbaar in bloedvorm, oogt als de sterkste van de twee. Tot de natte wegen het gruis op de weg op zijn buitenband lieten plakken. De jonge Oekraïner reed lek. Ontredderd kwam hij binnen, op twee minuten van Narvaez. Zoveel kansen leek hij niet te krijgen. Als schlemiel van die dag was iedereen Padoen al snel weer vergeten.

Tot deze Dauphiné dus. De klimmerskoers in Zuidoost-Frankrijk. De wielertop bereidt zich voor op de Tour de France, die enkele weken later start. De stilte voor de storm dus. De kopmannen van de grootste ploegen bestoken elkaar eens, testen de benen uit en loeren vooral veel naar de ander. Bovenal wordt het venijnigste kruit echter droog gehouden. Een perfect recept voor de aanvallers, een perfect recept voor Mark Padoen.

“Het is een wonderbaarlijk weekend in de Dauphiné, waar het gevecht om de gele trui wordt overschaduwd door een ontketende Oekraïner”

Op La Plagne zit hij in de favorietengroep. Op lichtjaren van de gele trui weet hij dat een demarrage gedoogd zal worden. Hij gaat. En alles wat met hem meegaat, moet en zal eraf gereden worden. De berenkuiten van Padoen vliegen omhoog. Hij laat iedereen meer dan een halve minuut achter zich. Het heeft de nog jonge renner zoveel moed gegeven, dat hij zijn geluk andermaal beproeft in de slotetappe. Dit keer blijft de ijzersterke vluchter de rest zelfs anderhalve minuut voor. Het is een wonderbaarlijk weekend in de Dauphiné, waar het gevecht om de gele trui wordt overschaduwd door een ontketende Oekraïner.

En daar mag best bij stilgestaan worden. Twee keer op rij, twee keer zó sterk. Nee, de Dauphiné is geen geintje. De weg is vaak lang en gaat omhoog. Eigenlijk was er nog niemand die dat wist, maar Padoen is daar dus op zijn best. Wie zei je? Mark Padoen. Onthoud die naam.