Deel dit artikel:
VRAAG: Ik heb zowel een racefiets, mountainbike (29’er) als tijdritfiets, maar heb me enkel laten opmeten voor mijn koersfiets. Hoe zet ik die gegevens over op de andere fietsen? En waarmee moet ik rekening houden?
ANTWOORD: Eigenlijk zal je nooit perfect een positie kunnen overplaatsen op een MTB/29’er of een tijdritfiets als je start vanuit een racefietspositie. Je plaatst je handen anders, zit anders op het zadel (dat ook nog eens verschilt), gebruikt een ander type stuur en de cranklengte verschilt ook nog eens tussen die verschillende soorten fietsen. Je fietspositie en de manier waarop je beweegt verschillen dus enorm ..
Om de effecten hiervan op te meten, laat je best in een professioneel centrum een specifieke opmeting voor ieder type fiets uitvoeren. Er zijn echter wel enkele zaken waarmee je rekening kunt houden, zodat de houding van je MTB tegenover de wegfiets niet extreem afwijkt.
A) Zadelhoogte:
Een zadel staat op een MTB (29’er) vaak tussen 5 en 8 mm lager dan op een racefiets. De voornaamste reden hiervoor is dat je benen functioneel korter worden gemaakt, doordat je bekken meer naar achteren gekanteld is. Dit komt door de hogere en kortere stuurpositie. Ook hebben mountainbikes vaak langere cranks (172.5 mm op racefiets vs. 175 mm op MTB), omdat de heuphoek (hoek tussen dij en bovenlichaam) minder ingesloten is door de hogere stuurpositie en omdat deze extra cranklengte helpt tijdens het klimmen. Een lagere zadelstand laat ook toe beter achter je zadel te hangen in de steilere afdalingen. De positie van het zadel op je de tijdritfiets hangt af van hetgene waarvoor je hem wilt gebruikt: triatlon of tijdrijden. Voor triatlons zet je het zadel best enkele mm lager: zo ga je iets minder de hamstrings en kuiten belasten, spieren die je nog goed kan gebruiken tijdens het lopen.
B) Zadel setback
De setback of terugstand van het zadel is voor een groot deel bepaald door gewichtsverdeling en krachtoverbrenging bij het fietsen. We merken dat bij MTB’ers de gewichtsverdeling iets meer naar het achterwiel ligt dan bij de racefiets en de setback over het algemeen daarom ook iets groter is. Toch is ook de lengte van het zadel voor een groot deel bepalend voor die afstand. Het Fi:zi’k arione-zadel is bijvoorbeeld meer dan 2 cm langer dan een San Marco Concor zadel.
De zadelsetback van een tijdritfiets of triatlonfiets staat veel meer naar voor dan op je wegfiets. De grote reden hiervoor is de ingesloten heuphoek (hoek tussen je bovenbeen en de romp in de fase waarin de voet bovenaan de pedaalcyclus zit). Door je stuur laag en ver te plaatsen op je tijdritfiets, voor een aerodynamische positie, zou je heuphoek veel te ingesloten zijn als de setback dezelfde zou zijn als op je racefiets. Door het zadel naar voor te schuiven en de hoogte aan te passen, kun je deze heuphoek opnieuw open maken en krijg je meer gewichtsverdeling op de voorkant van de fiets. Om diezelfde reden merken we steeds vaker kortere cranks op triatlonfietsen. Voor wedstrijdtijdritfietsen mag de zadelneus niet verder naar voor dan 5 cm achter de trapas.
C) Stuurhoogte
Het stuur van een mountainbike is breder en staat hoger dan dat van een racefiets. Dit is nodig voor extra stabiliteit en overzicht in de veel gevarieerdere omgeving waarin je fietst. Over het algemeen staat het stuur 15 tot 30 mm hoger dan dat van je racefiets. Een tijdritfiets heeft dan weer een lagere stuurpositie: een verschil tot 30 mm kan.
D) Stuurlengte
De afstand van zadel tot stuur is voor een racefiets 10 tot 20 mm groter dan die van een MTB. Hierbij gaan we ervan uit dat het stuur geen back sweep heeft – een hoek waardoor de grips dichter komen te staan dan het midden van het stuur. De stuurlengte van een tijdritfiets is iets korter ten opzichte van een koersfiets, omdat je er niet je handen, maar je ellebogen plaatst (op de armpads). Er is niet meteen een link tussen beide afstanden, omdat dit sterk afhankelijk is van het type stuur en de plaatsing van de armpads.
Dit artikel verscheen origineel in het februarinummer van cycling.be magazine.
