Zet wielerjournalisten rond de tafel en het gaat niet enkel over de koers, maar binnen de kortste keren ook over ‘het metier’. En dat is de laatste jaren fundamenteel veranderd, benadrukken Guy Fransen van Het Nieuwsblad en Hannes Tahon van Sporza in de dertiende aflevering van onze podcast Arrivee. “De evolutie was al langer aan de gang, maar de coronacrisis heeft het laatste duwtje gegeven.”
“Drie jaar geleden ging ik nog naar de Tour, de Vuelta en het WK. Nu blijf ik noodgedwongen op de VRT”, getuigt Hannes Tahon, die de wielercommentatoren van Sporza geregeld van info en weetjes voorziet tijdens live-uitzendingen. “We zenden nog steeds interviewers uit en ook onze radiocommentatoren blijven ter plaatse gaan. Maar door corona en allerhande besparingen zit dat er voor onze tv-commentatoren niet langer in. Tot vorig jaar waren we veroordeeld tot een donker hok ergens in de kelder, maar gelukkig zouden we vanaf dit jaar een nieuwe ruimte ter beschikking krijgen die tiptop in orde is. Allicht omdat we voortaan bijna altijd commentaar zullen moeten geven vanuit Brussel.”
Spijtige evolutie
Hannes Tahon vertelt het met spijt in het hart, want het is een enorme meerwaarde om een grote ronde ter plaatse te kunnen volgen, benadrukt hij. “Zeker voor José De Cauwer, die veel belang hecht aan parcourskennis en de finale graag op voorhand verkent. Dan komt de ploegleider, die alles meteen observeert en analyseert, weer naar boven. Hij mist dat dus heel erg.”
Ook in de geschreven pers doet zich de laatste jaren een gelijkaardige evolutie voor, merkt Guy Fransen, die tien jaar op de sportredactie van Het Nieuwsblad bivakkeerde. “Voor veel wielerredacteurs bij kranten is het een erezaak om aanwezig te zijn in de Tour. Moeten ze thuisblijven, dan zien ze dat bijna als een straf. Alsof ze voetballers zijn die tegen hun zin moeten plaatsnemen op de reservebank.”
Meer deskwerk
“De wielerjournalistiek is fundamenteel veranderd”, stelt Fransen onomwonden. “Vroeger investeerden kranten in journalisten die achter de renners holden na de finish en persoonlijke interviews afnamen voor de krant van de dag nadien. Anno 2022 is de focus echter verschoven. Tegenwoordig worden de reacties na de race overgenomen van televisie, wat op de redactie zelf gebeurt. Daarnaast wordt er eerder ingezet op analyses en achtergrondstukken met meerwaarde, want tegenwoordig gaat alles zo snel dat interviews na de race enkele uren later al gedateerd zijn. Dit vergt een totaal andere aanpak en maakt dat je andere profielen nodig hebt in je redactie, zoals videoredacteurs.”
Het uitsturen van journalisten naar grote rondes gebeurt deze dagen dus op een volledig andere manier. “Ik zie ook dat het deskwerk is toegenomen, tot mijn grote spijt”, benadrukt Guy Fransen. “Ik had het voordeel dat ik zelf altijd ‘on the spot’ mocht gaan, terwijl veel journalisten tegenwoordig veroordeeld zijn tot hun bureau. Dit leidt onvermijdelijk tot een toename van de ‘www-journalistiek’: nieuws kopiëren van andere websites in plaats van eigen bronnen aan te boren. Ik maak me daar wel zorgen om, want zo wordt hun netwerk alsmaar kleiner, simpelweg omdat ze niet meer de tijd en de kans krijgen om zelf dingen uit te zoeken, goede gesprekken te voeren enzovoort. Dat is een grote uitdaging voor de wielerjournalistiek van de toekomst.”
Zin in meer? Luister dan naar de dertiende aflevering van de podcast Arrivee, met Guy Fransen en Hannes Tahon als centrale gasten. Ook de andere afleveringen zijn via de gekende podcastkanalen te (her)beluisteren.