Deel dit artikel:

De tien slechtste fietstips (VIDEO)

Je kent ze wel, die adviezen die je krijgt van 'ervaren' mountainbikers: 'Doe dit, doe dat...'. Maar niet al die tips zijn even goed. GMBN verzamelde de tien allerslechtste tips voor MTB'ers. Bekijk het filmpje hier!

De tien MTB-tips die je best vergeet en hoe je ze corrigeert:

1. Steek je voet uit als je snel gaat: vaak ga je sneller door een bocht met je voet op het pedaal (of ingeklikt bij klikpedalen).

2. Volg alle trends: als je het MTB’en een beetje volgt, weet je dat trends snel veranderen, dus zorg dat je fiets is aangepast aan jouw rijstijl en terrein.

3. Trek de voorkant omhoog: als je een mooie jump wil maken, is er meer nodig dan enkel de voorkant omhoog te trekken. Eerst moet je de sprong goed in gaan, dan de vering ‘laden’ en zo een mooie, rechte sprong maken.

4. Lichter is beter: een lichte fiets is goed voor klimmen en crosscountry, maar lichte onderdelen zijn niet altijd duurzaam en een zwaardere fiets neemt obstakels beter tijdens het afdalen.

5. Landen doe je op het achterwiel: het is beter om voor- en achterwiel ongeveer gelijktijdig te landen, want met je volle gewicht op je achterwiel kun je over je stuur worden gekatapulteerd.

6. Als je niet valt, ga je niet snel genoeg: dit komt meestal van degene die altijd valt, dus leer eerst de nodige vaardigheden voor je snel gaat.

7. Ga gewoon sneller: leer toch maar eerst wat skills voor je uit de bocht vliegt.

8. “Volg mij maar”: iemand volgen is goed en leuk als hij of zij ongeveer even snel of net iets sneller is dan jij, maar als die een stuk sneller is, kan het gebeuren dat je over je limieten gaat en het decor in vliegt.

9. Probeer het nog eens: als je echt in de knoei ligt met een bepaalde lijn of een obstakel, ga dan eerst na wat je fout doet en hoe je dat moet corrigeren voor je opnieuw probeert.

10. Breng al je gewicht op je achterwiel: als het steil bergaf gaat, moet je inderdaad je gewicht naar achteren brengen, maar ook het voorwiel moet belast blijven, of anders heb je daar geen grip (en remkracht) meer. Kont naar achteren, maar bovenlichaam laag en richting het stuur, dus.