Deel dit artikel:

Cult uit de Giro: Johan van der Velde

De weersomstandigheden zijn al bij al nog niet schitterend geweest in deze Giro, maar zo erg als in 1988 is het gelukkig nog niet geworden. Toen liet de Nederlander Johan van der Velde zich in rit 14 verrassen door een sneeuwstorm. Het leverde hem een legendarische status op als ‘L’Uomo di Gavia’.

“Ik had pijn. Van de kou, van verdriet. Ik kon die etappe nooit meer verliezen. Ik was een goede klimmer, maar ook een verschrikkelijk goede daler.” Aan het woord is Johan van der Velde. Tijdens een reconstructie voor het bekroonde programma Sportpaleis De Jong blikt hij terug op de veertiende etappe van de Giro van 1988. Een paar kilometer voor de streep in Bormio zat Van de Velde in het busje van zijn voormalige verzorger, Antonio. Verkleumd van de kou, tranen in de ogen. Een dik uur eerder zaten de ogen van Van der Velde nog vol vuur en straalde hij ondernemingslust en verbetenheid uit. Bij de aanvang van de Passo di Gavia – 19,6 kilometer klimmen aan gemiddeld 7,4 % – sprong hij weg uit het peloton en ging hij op zoek naar de leiders.

Ondanks de regen en koude gooide Van der Velde alle ballast overboord: armstukken, regenjas, handschoenen … In korte mouwtjes begon hij aan de klim richting de top op 2616 meter. “Ik wil één zijn met de natuur en hoef al die rotzooi niet aan mijn lijf.” Bergop ging het uitstekend. Regen werd sneeuw en het asfalt verdween meter na meter onder een wit laagje, maar Van der Velde haalde de koplopers in en bereikte als eerste de top. “Er stond een soigneur met een pet, een regenjas en handschoenen, maar ik heb hem niet gezien. Alles was wit, ik zag niets meer.”

Tijdens een reconstructie voor het bekroonde programma Sportpaleis De Jong blikte Johan van der Velde terug op de veertiende etappe van de Giro van 1988.

De droom – een vierde ritzege in de Giro – werd een nachtmerrie. Koersdirecteur Vincenzo Torriani bezorgde Van der Velde een regenjasje, maar de onderkoelde renner kreeg de rits niet meer dicht. Het lichaam deed niet meer wat het hoofd wilde. Intussen reden de achtervolgers hem één voor één voorbij. Met een slakkengang van 10 kilometer per uur bolde hij naar beneden. Zijn landgenoot Peter Winnen dacht zelfs even dat hij een moedige wielertoerist inhaalde, maar merkte dan de paarse puntentrui op. Even later stapte Van der Velde in het busje van Antonio. “In een mum van tijd zaten er zes, zeven renners in. Allemaal zaten ze te huilen. Alsof ze hun leven niet meer zagen zitten.”

Op 3 kilometer van de streep in Bormio parkeerde Antonio zijn busje achter een huis. Iedereen stapte uit en reed richting de aankomst. Behalve Van der Velde. “Ik twijfelde. ‘Ik ben gestopt, dit is niet eerlijk. Zo zit ik niet in elkaar’. Achteraf besefte ik hoe lullig dat was. Stel je voor dat er honderd man in een busje naar beneden was gereden en ik zou als enige blijven zitten.” Bevangen door de koude bolde Van der Velde alsnog als laatste over de finish, op meer dan 40 minuten van winnaar Erik Breukink. Maar ere wie ere toekomt: opgeven was niet aan de orde en aan het eind van het verhaal won de veelzijdige Nederlander wel voor de derde keer het puntenklassement in de Giro. Eerder pakte hij ook al drie etappezeges en in 1984 werd hij vijfde in het eindklassement. Bovendien won hij drie ritten en het jongerenklassement in de Tour (1980), de Dauphiné, het Kampioenschap van Zürich en twee nationale titels op de weg. Desondanks zal ‘Giovanni della campagne’, zoals hij liefkozend genoemd werd door de tifosi – vooral herinnerd worden als ‘L’Uomo di Gavia’.  

Dit artikel verscheen in de nieuwe editie van Poggio, nu verkrijgbaar in de winkel, HIER online te bestellen of HIER online te lezen via Blendle. Abonneer je HIER en geniet van onze aantrekkelijke abonnementsformules!