Op 29 mei van dit jaar schreeuwen de tiffosi hartstochtelijk naar hem. Op de klim naar Alpe Motta stuwen de aanmoedigingen hem tot grote hoogten. Zo af en toe groet hij ze terug met een krachtige grijns en een opjuttend handgebaar. Al een paar uur is hij in de aanval. Terwijl hij de laatste kilometers zwoegend afwerkt, daalt het besef zichtbaar in. Hij is bezig zijn reeds drie weken durende ontdekkingstocht met een knaller af te sluiten. Hij voelt krachten in zichzelf waarvan hij alleen maar kon hopen dat hij ze bezat. Hij is de grote verrassing van drie weken fietsen door Italië.
Als Damiano Caruso van tevoren de Giro d’Italia zou hebben gevisualiseerd, was hij nimmer bij de werkelijkheid uitgekomen als denkbaar scenario. De 33-jarige Italiaan sluit zijn thuisronde af met een tweede plaats en een fantastische ritzege. Nee, normaliter was het niet zover gekomen. Caruso kwam in beginsel niet voor zichzelf naar Italië. De ervaren rot ging vrijwel nooit voor zichzelf ergens heen, wat de bestemming ook was. Caruso was tot dit voorjaar een modelknecht. Dit keer zou hij Mikel Landa naar de Girozege moeten helpen. Dat was zijn opdracht.
Landa was in 2020 komen aanwaaien bij de Bahrainploeg. Hoeveel passie, hartstocht, ziel en zaligheid en strijd de Baskische klimmer ook stopte in zijn dadendrang, vaker niet dan wel werd hij voor zijn arbeid beloond. Het leidde in Spanje tot de term ‘Landismo’. Een strijd, gevochten voor het hoogst haalbare, die echter vrijwel nooit leidt tot dat hoogst haalbare. Alles op het spel zetten om alles te winnen en toch zo ontzettend vaak op tragische wijze het onderspit delven. De term plakt als een zweem ongeluk aan het achterste van Mikel Landa. Het Landismo sloeg ook toe in Italië, toen Landa in ogenschijnlijke topconditie tegen het asfalt smakte. Einde Giro.
Alweer werd de man met misschien wel de meeste ambitie en wielerpassie getackeld. Het opende de deur voor de tweede rij. En op die tweede rij broeide van alles. In de schaduw van het Landismo stond Caruso klaar. Zelf zei hij het al jaren te weten. Hij kon heus wel meer dan een beetje knechten. En dus gebeurde het. Caruso sprong in het door Landa achtergelaten gat. De hele Giro reed hij met de allerbesten mee. Steeds meer werden de Siciliaan en de Italiaanse tiffosi één. Het uur van de laatbloeier, de underdog, was aangebroken. Caruso veroverde Alpe Motta. Die berg is voor altijd van hem.
Ik gok erop dat de meeste wielervolgers Caruso al bijna waren vergeten. Een tweede plaats in een verder weinig verheffende Giro. Een eendagsvlieg misschien? Een eenmalige opleving van de tweede rij, om de tijdelijke vacature van kopman in te vullen? Toen de Vuelta halverwege augustus van start ging, leken die gedachtes waarheid te zijn. Caruso nam zijn plekje in de knechtentrein van Bahrain-Victorious weer in. De trein, opnieuw rijdend voor de inmiddels gerevalideerde Mikel Landa. Alles leek weer normaal. Normaal, zoals een knechtenrol zo vaak was voor de taaie Caruso.
Normaal, tot de negende etappe. De Vuelta stormt als vanouds. De Spaanse drieweekse is zoals zo vaak het lekkere nagerecht in het diner der grote rondes. Helaas niet voor Mikel Landa. In de zware etappe richting de schitterende Alto de Velefique slaat het gevreesde effect van het Landismo opnieuw toe. Ondanks alle ijver en passie ziet iedereen het aankomen. Met nog ruim tien kilometer aan Velefique te gaan gaat de kaars langzaam uit. Hij probeert het wel, maar het gaat niet. Opnieuw volgt op bloed, zweet en tranen geen glorie voor Landa. Opnieuw eindigt het Landismo zonder uitroepteken.
Damiano Caruso maakt dit niet mee. Zijn ploeg wedt op twee paarden en ziet wellicht de inzinking van Landa als kopman al aankomen. Caruso mag daarom in de vroege vlucht op zoek naar dagsucces. Sinds mei weet hij namelijk wat winnen is. Alpe Motta was al van hem, de Velefique leek hem eveneens mooi jachtterrein. Als in de steeds maar voortkabbelende negende etappe de zoveelste samensmelting van het Vueltapeloton dreigt aan te breken, rijdt hij weg. Damiano reed en reed en reed. Verder en verder. Hij bouwde gestaag aan zijn voorsprong. 70 kilometer koerste hij op kop. 70 glorieuze kilometers richting een geslaagde monstersolo.
Bovenop kijkt hij wat verstrooid om zich heen. Alsof hij is ontwaakt uit een twee uur durende droom. Maar dat is niet zo. Hij krijgt loon naar werken. Hij krijgt de bevestiging voor hetgeen hij altijd al dacht te weten. Het zat al in hem. Caruso kon altijd al succesvol zijn. Hij kreeg er alleen de ruimte nooit voor. Maar door omstandigheden is alles in 2021 anders. Zo ook in de Vuelta. Op 22 augustus was het opnieuw de beurt van Caruso. In hem is de winnaar en de kopman naar buiten gekomen.
Zijn fenomenale Giro was geen incident. Damiano Caruso is op de tweede Vueltazondag andermaal en dit keer definitief uit de schaduw van het Landismo getreden.