Deel dit artikel:
Lotte Kopecky verlengde gisteren met glans haar nationale tijdrittitel en is aanstaande zondag opnieuw de torenhoge favoriete om zichzelf op te volgen op het BK in Middelkerke. Met zeges in de Strade Bianche en de Ronde van Vlaanderen is haar seizoen nu al geslaagd, en dan moeten de Tour de France Femmes en het WK in Australië nog komen … Is Kopecky vertrokken voor een jarenlange dominantie? We vroegen het aan vier experts op het vlak van vrouwenwielrennen.
| Onze experts ° Jolien D’hoore – voormalig icoon van het Belgische vrouwenwielrennen en ploegleidster bij AG Insurance – NXTG Team ° Lieselot Decroix – ex-profrenster en performance & race coach bij het vrouwenteam van Jumbo-Visma ° Griet Langedock – voorzitster van de commissie vrouwenwielrennen bij Cycling Vlaanderen en lid van de commissie vrouwenwielrennen bij Belgian Cycling ° Ine Beyen – ex-profrenster en cocommentatrice/analiste voor vrouwenwielrennen bij Sporza |
Jolien D’hoore: “‘Domineren’ is een heel groot woord. Vergeet niet dat er nog heel wat andere toprensters meerijden in het peloton. En je kan er gif op innemen dat de top de komende jaren alleen maar breder zal worden. Het is ook moeilijk in te schatten hoelang Lotte dit hoge niveau zal kunnen aanhouden.”
Griet Langedock: “Voor het vrouwenwielrennen zou het niet goed zijn mocht één renster alles domineren. Niemand zit te wachten op telkens dezelfde winnares. Dat scenario hebben we al een tijdje gehad. Er is de periode-Vos geweest, later kwamen Van der Breggen en Van Vleuten. Het is toch fijn om vast te stellen dat de hegemonie van sommige ‘veelwinnaressen’ eindelijk doorbroken is. Ik ben heel tevreden dat Lotte Kopecky er mee in geslaagd is om het tij te keren. Tegelijkertijd hoop ik dat we op Belgisch niveau niet vertrokken zijn voor een jarenlange alleenheerschappij. Dat zou niet goed zijn, want dat zou betekenen dat er in de tussentijd geen andere Belgische toppers zijn opgestaan. Maar wat mij betreft, mag Lotte de komende achttien maanden gerust nog even de maat der dingen blijven in het vrouwenwielrennen (lacht).”
Lieselot Decroix: “Voor mij hoeven die achttien maanden niet per se, hoor (knipoog). Nee, alle gekheid op een stokje: ik denk dat ze zeker WorldTour-wedstrijden zal blijven winnen. Maar domineren zie ik ze niet doen. Je stelt heel duidelijk vast dat wereldtoppers niet meer zo makkelijk de bovenhand halen in het huidige vrouwenpeloton. Annemiek van Vleuten demarreerde vroeger één keer en ze was weg. Dat is nu echt wel voorbij. Er is sprake van nivellering en dat is dus een teken dat de top breder wordt. Kortom: ik zie het niet meer zo gauw gebeuren dat één bepaalde renster alles en iedereen overklast. Dat is verleden tijd.”
Ine Beyen: “Dat denk ik ook. Misschien dat het vanuit Belgisch oogpunt zal lijken dat Lotte domineert, maar dat is dan de chauvinistische bril die de zaken wat verkleurt. Zelfs op Belgisch niveau zal ze niet zomaar freewheelend alles winnen wat ze wil winnen. Er komt talent aan! De tweede plaats van Julie De Wilde in Dwars door Vlaanderen gezien? Niet vergeten, die is pas negentien jaar, hé! Het was te verwachten dat Shari Bossuyt een stap vooruit zou zetten, maar zo’n stap vooruit?!”
Lieselot Decroix: “Het gaat inderdaad beter en beter met het Belgische vrouwenwielrennen, al komen we natuurlijk van ver. Lotte is wereldtop en ook de rest staat duidelijk niet stil.”
Ine Beyen: “Het is een kwestie van kunnen natuurlijk. En bijkomend: een goede begeleiding in de ploeg. Shari Bossuyt heeft bijvoorbeeld een uitstekende zaak gedaan door naar Canyon//SRAM Racing te trekken.”
Griet Langedock: “Ik vind de stap die Julie De Wilde en Shari Bossuyt gezet hebben alleszins nog groter dan aanvankelijk gedacht en verwacht. En er zijn natuurlijk nog Belgische vrouwen die meedraaien in het profpeloton. Ook Julie Van De Velde doet het goed. En Valerie Demey toont op haar manier wat ze in haar mars heeft.”
Jolien D’hoore: “Vergeet ook Sanne Cant niet. Die elfde plaats in Gent-Wevelgem was toch wel sterk. Sanne is een goede renster, maar ik wist niet dat ze dit in huis had. Met Shari Bossuyt heb ik overigens nog lang samengewerkt op de piste. Op haar achttiende kon je al zien dat ze een groot talent was. Op training toonde ze dingen waarvan ik dacht: ‘Hallo!’. Daar gaan we dus nog veel mooie dingen van zien de komende jaren!”
Dit stuk verscheen eerder in Cycling (in het kader van een groot debat over het Belgische vrouwenwielrennen), HIER online te bestellen of HIER online te lezen via Blendle. Abonneer je HIER en geniet van onze aantrekkelijke abonnementsformules!
