Het levensverhaal van Adam Hansen leest niet als dat van de gemiddelde renner. De kale knecht reed als broekventje of als tiener geen wedstrijdjes rond de Australische kerktoren en pas als prille twintiger stond Hansen voor het eerst aan de start van een wielerwedstrijd. Zijn sportieve cv oogt dan al wel indrukwekkend: rugby, basket, crosscountry lopen, track running, duatlon en triatlon. Een halve sportencyclopedie was al de revue gepasseerd.
“Ik voelde mij op mijn laatste job niet gelukkig en ik kreeg de kans om in Europa te fietsen. Mijn moeder vond het niet het slimste wat ik ooit heb gedaan”
Adam Hansen
Fietsen was in eerste instantie de perfecte manier om zich te verplaatsen, maar ook als dua- en triatleet was de koersfiets nog niet prioritair: als uitstekend loper en zwemmer hoopte hij daar het verschil te maken. De Giro d’Italia? Daar had hij nog nooit van gehoord. Tweehonderd renners die de laars van Europa doorkruisen en jacht maken op een roze trui? Voor de stoere tegenvoeter klonk het een decennium geleden nog als een vreemd verhaal.
Net in die wedstrijd beleefde Hansen ruim een jaar geleden zijn grootste triomf, exact een dag voor zijn dertigste verjaardag. In de zevende etappe van San Salvo naar Pescara, een geaccidenteerde rit met vier klimmetjes in de slotfase, overleefde hij als enige een ontsnapping met onder anderen Emmanuele Sella. De andere namen in de top tien klinken als klokken: Danilo Di Luca en Mauro Santambrogio – beiden betrapt op doping – Cadel Evans, Pieter Weening en Ryder Hesjedal. Quite impressive!
PELOTON VAN TWAALF
“Het is een wonder dat ik prof ben geworden”, beseft Hansen. Op zijn 21e ruilde hij Australië voor Oostenrijk. Via de eigenaar van een fietsenwinkel in zijn thuisstad en de organisator van de Crocodile Trophy kreeg hij een plaatsje in een Oostenrijkse amateurploeg. “Het kostte me 1.300 euro, maar omdat ik al een tijdje werkte, kon ik me dat wel veroorloven. Ik wilde verbeteren op de fiets en in eigen land lukte dat niet. Ik reed er wedstrijden met hooguit twaalf man. Een toptienplaats veroveren was dan ook niet zo moeilijk.”
Operation Austria was overigens niet zonder risico, terwijl er in Australië een mooie zakelijke toekomst op hem lag te wachten. Na zijn studies aan de Queensland University of Technology stond Hansen nog even voor de klas en ging hij aan de slag als computerprogrammeur. “Maar ik voelde mij op mijn laatste job niet gelukkig en ik kreeg de kans om in Europa te fietsen. Mijn moeder vond het niet het slimste wat ik ooit heb gedaan. De eerste jaren vroeg ze steeds wanneer ik zou terugkeren en een echte job nemen. Nu is ze blij dat ik renner ben geworden.”
“Ik hou van mijn tijd thuis en als je een grote ronde rijdt, zijn het aantal reisdagen per jaar beperkt”
Adam Hansen
Een grappige anekdote schetst perfect de technologische capaciteiten van Hansen. Enkele jaren geleden kregen hij en zijn ploegmaats een HTC-smartphone cadeau. Het toestel werd echter geleverd met een bug. Hansen zette de fout recht. Toen HTC bij de renner informeerde naar de oplossing, meldde hij doodleuk dat hij de rechten reeds had opgekocht. Voor Lotto-Belisol ontwikkelde hij een online managementsysteem dat fungeert als een soort virtuele ontmoetingsplaats voor wielrenners en hun entourage.
Het Europese avontuur begon met een stevige opdoffer. “De eerste acht wedstrijden haalde ik de finish niet. Ik was een nobody en kwam terecht in een peloton van 150 man, de ritten waren honderd kilometer langer en veel zwaarder. Het was vreselijk, maar ik kon niet naar huis gaan, want mijn ticket lag al vast. Ik beet door en genoot: ik deed eens iets anders. Op het einde van het seizoen ging het steeds beter: ik haalde de finish en kreeg de kans om terug te keren. Die heb ik met beide handen gegrepen.”
LIEFDESAFFAIRES VAN DRIE WEKEN
Via kleine ploegjes met tongtwisters als Arboe Merida-Graz, Corratec Austria-Arbö, ELK Haus-Simplon en Aposport Krone Linz belandde Hansen in 2007 bij T-Mobile. Na vier maanden verscheen hij aan de zijde van Axel Merckx aan de start van zijn eerste grote ronde: de Giro. In de derde etappe ging hij niet meer van start.
De voorbije jaren is de liefde tussen Hansen en de grote rondes echter uitgegroeid tot een amoureuze affaire. De laatste Ronde van Frankrijk was zijn negende grote ronde op rij die hij uitreed. “Ik heb nooit gedacht dat ik in deze situatie zou belanden. In 2008 wilde ik de drie grote rondes al eens uitrijden. Gewoon één keer. Giving it a try. Door een blessure lukte het niet en een jaar later kregen we met HTC geen startbewijs in de Vuelta.”
“Twee jaar geleden stond ik voor Lotto aan de start van Giro én Tour. Toen ik Herman (Frison, red.) vroeg of ik er ook nog de Vuelta mocht bijnemen, begon hij hard te lachen. Later zag ik dat mijn naam niet op de deelnemerslijst stond. Ik heb Herman gebeld: Waarom sta ik er niet bij? Ik wil echt gaan. De ploeg stemde toe. Ik was zo tevreden met mijn programma dat ik een jaar later meteen hetzelfde schema vroeg.”
Langer maar minder reizen
“Ik hou van mijn tijd thuis en als je een grote ronde rijdt, zijn het aantal reisdagen per jaar beperkt. Je rijdt de Tour, gaat naar huis en krijgt een hele maand om te recupereren. Zo sta je de volgende wedstrijd opnieuw met een fris hoofd aan de start. Met eendagswedstrijden ben je altijd onderweg: je reist meer dan je koerst. Het is hard om een lange periode van huis te zijn, maar op lange termijn is het veel makkelijker.”
Het absolute record staat voorlopig nog op naam van de Spanjaard Bernardo Ruiz: hij reed tussen 1954 en 1958 twaalf grote rondes op rij. In 1957 werd Ruiz derde in de Vuelta. Die klassementsambities koestert Hansen niet, al hoopt hij na zijn negende plaatsen in de Tour Down Under en de Ronde van Turkije op het einde van het seizoen opnieuw zijn kans te gaan in de afsluitende Ronde van Peking. “Ik heb een nieuwe renner in mezelf ontdekt.”
Het record kietelt hem wel. “Ik ga gewoon verder, al heb je een flinke dosis geluk nodig om al die jaren door te komen zonder valpartijen en ziektes.” Hansen vreest niet dat z’n huzarenstukje als een schreeuw om aandacht door een ‘mindere’ renner wordt gezien. “Wie naar mijn wedstrijden kijkt, weet dat ik mijn werk voor de ploeg doe. Ik doe het niet voor het record, maar wel omdat ik van die wedstrijden houd.”
EERSTE SNEEUWMAN
De liefde voor de fiets bracht Hansen naar Europa, de liefde voor een vrouw leidde hem in 2008 naar Frydlant nad Ostravici, een stadje in het Tsjechische gebergte, waar sneeuw en koude de winter regeren. Het is de natuurlijke tegenpool van het surfersparadijs van Gold Coast waar hij als kleine koter in opgroeide.
“Het is een prachtige streek. In de winter is het koud, maar daar hou ik wel van”, glundert Hansen, die zijn Tsjechische vriendin inmiddels inruilde voor de Belgische Isabelle Beckers, renster bij Lotto-Belisol Ladies. “In Australië is het altijd mooi meer en sneeuwt het nooit, in Tsjechië hebben we vier seizoenen. En als het sneeuwt …. (zijn oogjes beginnen helemaal te blinken, red.) Waaaaauuw! Dat is gewoon prachtig. Ik herinner me nog de eerste keer dat ik sneeuw zag. Ik was toen 28 en alles rond mij werd wit. Uiteraard heb ik tijdens mijn eerste winter een sneeuwman gemaakt.”
“Pas drie dagen voor de ploegstage in december kroop ik voor het eerst terug op de fiets”
Adam Hansen
Hansen geniet ’s winters met volle teugen van de sneeuwpret. Of hij nu in bloot bovenlijf met een wit tapijt op de achtergrond poseert of de skilatten aanbindt, het gebeurt allemaal met de glimlach. “Pas drie dagen voor de ploegstage in december kroop ik voor het eerst terug op de fiets. De conditie onderhoud ik met crosscountry skiën, nordic walking en wandeltochten in de bergen.”
Ploegmaat Jurgen Van den Broeck zou zenuwachtig worden van zo’n lange periode zonder zijn trouwe tweewieler. “Voor mij is het belangrijk om fris in het hoofd te zijn. Als ik op trainingskamp aankom, verlang ik echt naar mijn fiets. Andere jongens hebben dan al zo vaak op hun fiets gezeten dat je hen ziet zuchten als ze de eerste dag meteen vijf uur op de baan moeten.”
DERDE FERRARI IN AANTOCHT
Hansen mag zijn job als programmeur dan wel in Australië hebben gelaten, zijn ondernemingszin heeft hij niet verloren: de renner ontwikkelt niet alleen zijn eigen schoenen en kledinglijn, in Tsjechië stampte hij ook een heus immobiliënimperium uit de grond. Momenteel heeft hij zestien eigendommen in pacht.
“Als programmeur was ik al bezig met een evaluatiesysteem dat banken gebruiken om na te gaan of iemand een lening kan afbetalen. Met die kennis ging ik van start. Tsjechië is niet het rijkste land in Europa en in de toekomst zullen de prijzen alleen maar stijgen. Ik probeer zoveel mogelijk te investeren. Sommige huizen worden gerenoveerd en verkocht, anderen hou ik bij of verkoop ik, afhankelijk van de economie.”
Zijn investeringen legden hem geen windeieren. In zijn garage heeft Hansen naast een Audi R8, een Skoda Roamster, een Skoda Fabia en een oude rallywagen ook nog twee Ferrari’s: een old school 348 en een Scuderia circuitwagen. “En na de Giro is er misschien nog wel plaats voor een derde.” De voorliefde voor de racewagen met het bekende paard zit wellicht in zijn Italiaans bloed, dat hij langs moeders kant heeft meegekregen. Het grommende geluid van zijn bolides doet hem galopperen van plezier, maar voor een wedstrijd met Tom Boonen is hij echter niet te vinden. “Ik hou van wagens, maar niet van racen.” En zo vindt de drukbezette Australiër toch ergens rust.
Dit artikel verscheen origineel in het juninummer van cycling.be magazine