Toen beide groepen elkaar ontmoetten langs de nog altijd onvoltooide Kanaalroute (Halle-Brussel-Vilvoorde) – nochtans de hoofdslagader van het Fiets-GEN – hielden ze een ontbijt. Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A, midden op de foto), staatssecretaris voor Verkeersveiligheid Bianca Debaets (CD&V), mensen uit het kabinet van Vlaams minister voor Mobiliteit Ben Weyts (N-VA), en andere politici waren aanwezig. De actie kwam als samenwerking tussen verschillende actoren, met name Bral, de Fietsersbond, GRACQ, Regionaal landschap Pajottenland & Zennevallei en Grenzeloze Schelde.
“Tegen 2025 werden ons 15 fietsroutes beloofd. Maar een aantal geplande investeringen en werken laat op zich wachten”, vertelt Roel De Cleen (rechts op de foto) van de Fietsersbond aan VRT. “Vlaanderen en Brussel moeten de coördinatie op zich nemen en de neuzen van alle betrokken gemeenten in dezelfde richting zetten.”
De gekozen kanaalroute is een prioriteit in het actieplan van Minister Smet hecht belang aan de route langs het kanaal waarop hij fietste, en hij wil tegen 2020 ook een netwerk van fietspaden die van de weg af liggen, klaar hebben. De Cleen ziet een enorm potentieel in de kanaalroute, maar er zijn nog te veel zwakke schakels in de ketting, die ervoor zorgen dat de route te gevaarlijk is. Die knelpunten moeten dan ook aangepakt worden: “Een fietssnelweg met voortdurend onderbrekingen is geen fietssnelweg. Er zijn nog te veel zwarte punten. De fiets is de goedkoopste manier om mobiliteit mogelijk te maken. Maar in Vlaanderen gaat jaarlijks slechts 100 miljoen euro naar de fiets, terwijl het BAM-tracé drie tot vier miljard zou kosten. Een regionaal project is dus goed voor 30 tot 40 jaar fietsinvesteringen over gans Vlaanderen.”