José Balcaen: ‘Alleen als er sneeuw ligt, fiets ik niet. Dan ga ik joggen.’ |
“Het werd een verslaving. Ik ben sinds 1953 nooit met fietsen gestopt. Of toch: die ene keer toen ze mij aan mijn hart hebben geopereerd. Maar toen dat voorbij was: terug op de fiets!”
Balcaen rijdt ongeveer 25.000 kilometer per jaar. “Dat komt neer op zo’n 400 kilometer per week. Goed of slecht weer, ik ga fietsen. Ook putje winter. Alleen als er sneeuw ligt of als het geijzeld heeft, hou ik me wat gedeisd. Dan ga ik joggen. Tien kilometer of zo, dat is eens iets anders.”
Helemaal in zijn eentje rijden doet de 72-jarige wielertoerist nog het liefst. “Eenzaamheid, ik weet niet wat dat is. En saai is het ook al niet. Ik kijk wat rond, kijk of mijn trappers mooi ronddraaien en denk voor de rest nergens aan. Je hebt geen idee hoe geestig dat dat is.”
CHAMPAGNE EN GOEDE WIJN
Mensen vragen Balcaen wel eens wat hij pakt om zoveel te blijven fietsen. “Ik zal het je zeggen: niets! Ik heb nooit stimulerende middelen genomen. Integendeel: veel champagne en goede wijn als ik in Frankrijk op de fiets zat.”
Het is gevaarlijker geworden op de weg, dat weet een wielertoerist met een miljoen kilometer in de benen beter dan wie ook. “Onlangs hebben ze me nog omvergereden. Nog een geluk dat ik dat kan navertellen.
José Balcaen: ‘Een tip tegen fietsdiefstal? Draai je wiel los!’ |
Balcaen heeft zijn succes voor een stuk ook te danken aan zijn achterste. “Nooit last van gehad. Sommigen kunnen na 200 kilometer niet meer omdat hun achterste zo’n pijn doet. Ik voel zelfs na vierhonderd kilometer nog niets. Nooit heb ik een biefstuk in mijn broek moeten leggen. Waarlijk, ik ben gezegend met een ideaal coureursachterste”, besluit hij.